Implementatiehandleiding: meldkoppeling van ECD naar TriasWeb
Direct een melding starten met een link
Wij maken een snelkoppeling aan. In die snelkoppeling verwerken we onder andere het ID van het traject dat automatisch geopend moet worden. De snelkoppeling kan op elke willekeurige plek neergezet worden, en dus ook in het ECD.
Welke gegevens moeten we hebben ?
Optie | Uw keuze | Standaard instellingen |
|---|---|---|
Er wordt niets voorgeselecteerd. Er komt een statische link in het ECD naar een specifieke meldroute. | Nee, standaard is om de client mee te nemen | |
De cliënt is voorgeselecteerd en wordt ingevuld in de melding in TriasWeb | Ja | |
Voor welke meldroutes geldt dit (Meld een incident, Incident Informatiebeveiliging, etc) | Meld een incident |
Gegevens
Om de meldingskoppeling te kunnen inrichten heeft TriasWeb de volgende gegevens nodig:
Verbindingsgegevens en testgegevens | Reden |
|---|---|
EmployeeID van de TriasWeb-gebruiker in het ECD. | In het ECD moet een gebruiker aanwezig zijn (op Staging en op productie) die recht heeft om rapportages te schrijven op de relevante cliënten en om documenten toe te voegen aan de documentatie van de relevante cliënten. |
ClientID van de client die in de stagingomgeving van het ECD aanwezig is en ook in de acceptatieomgeving van TriasWeb aanwezig is, om de eerste test mee uit te voeren. | Triaspect zal een eerste test uitvoeren met deze client. |
Rapportagekoppeling (tekst) | Reden |
|---|---|
Voor welk routes (meldformulieren) er een rapportage naar het ECD gestuurd dient te worden. Standaard worden alle routes meegenomen. | Sommige organisaties besluiten om Meldcode-meldingen niet naar het ECD te sturen |
Of er een vraag gesteld dient te worden in de melding, en zo ja, welke vraag. Standaard wordt de vraag gesteld: 'Wilt u de omschrijving van de melding naar de rapportage van de cliënt(en) sturen?' > Ja > Nee | Wanneer Ja gekozen wordt, zal er een rapportage in het ECD geschoten worden voor de gekozen cliënten, indien cliënten geselecteerd zijn en indien de cliënten gevonden kunnen worden in TriasWeb. Het is niet noodzakelijk om deze vraag te stellen. TriasWeb kan ook altijd proberen de melding te versturen naar het ECD. |
Welke velden uit de melding naar het ECD gestuurd dienen te worden. Dit is per route instelbaar. Standaard wordt het volgende verstuurd [meldingstype] met nummer [meldingsnummer] door [melder]. Omschrijving: [omschrijf het incident] | Het is mogelijk om de standaard vragen te wijzigen. Let op, deze vragen worden bij het indienen van de melding naar de rapportage van het ECD gestuurd. Let op, de rapportage wordt achter elkaar door geschreven, er zitten geen kopjes etc tussen. |
De rapportagecategorie of het label | Het is mogelijk om de rapportagecategorie te wijzigen |
Documentkoppeling (pdf) | Reden |
|---|---|
Voor welk routes (meldformulieren) er een pdf naar het ECD gestuurd dient te worden. Standaard worden alle routes meegenomen. | Sommige organisaties besluiten om bepaalde types niet naar het ECD te sturen |
Of er een vraag gesteld dient te worden in de afhandeling, en zo ja, welke vraag. Standaard wordt de vraag gesteld: 'Wilt u deze melding naar de rapportage van de cliënt(en) sturen?' > Ja > Nee | Wanneer Ja gekozen wordt, zal er een pdf in het ECD geschoten worden voor de gekozen cliënten, indien cliënten geselecteerd zijn in de melding en indien de cliënten gevonden kunnen worden in TriasWeb. Het is niet noodzakelijk om deze vraag te stellen. TriasWeb kan ook altijd proberen de pdf te versturen naar het ECD. |
Welke velden uit de melding/afhandeling naar het ECD gestuurd dienen te worden. Dit is per route instelbaar. Standaard wordt de hele melding als pdf verstuurd. De naam van het bestand is altijd het nummer van de melding. | Het is mogelijk om de standaard vragen te wijzigen. Let op, deze vragen worden bij het indienen van de melding naar de rapportage van het ECD gestuurd. |
De documentcategorie. | Het is mogelijk om een documentcategorie toe te voegen |
Te ondernemen stappen
Als we de verbindingsgegevens hebben gekregen, kunnen we een certificaat aanvragen bij Nedap. Met dat certificaat maken we verbinding met jullie omgeving in het ECD.
In het ECD moet een gebruiker aanwezig zijn die recht heeft om rapportages te schrijven op de relevante cliënten en om documenten toe te voegen aan de documentatie van de relevante cliënten.
In de testomgeving van het ECD moet een cliënt aanwezig zijn met hetzelfde nummer als in TriasWeb.
Triaspect configureert eerst 1 route op de acceptatieomgeving van TriasWeb.
Je kunt testen of de juiste gegevens op de juiste plek komen (Triaspect kan dat niet testen, want wij kunnen niet in jullie gegevens in het ECD kijken).
Indien zowel rapportage als pdf goed geconfigureerd zijn, worden alle routes op acceptatie geconfigureerd indien gewenst. De configuratie van overige routes kan ook overgeslagen worden.
Na goedkeuring zal Triaspect exact dezelfde configuratie uitrollen op productie.